The Court Music Troupe of the National Gugak Center (4-2 Zuiderpershuis, 5-2 Tropentheater, 6-2 Rasa)
Citerspeelster Heo Yoon-Jeong komt met haar Tori Ensemble (2-2 Rasa, 3-2 Bimhuis)
Ned Rothenberg in het Tori Ensemble (2-2 Rasa, 3-2 Bimhuis)
The Korea Sanjo Society (3-2 Zuiderpershuis, 4-2 Tropentheater, 5-2 Rasa)
Kumiko Shuto (4-2 Zuiderpershuis, 5-2 Tropentheater, 6-2 Rasa)
Wang Li (3-2 Zuiderpershuis, 4-2 Tropentheater, 5-2 Rasa)
Danza Indonesia (4-2 Rasa, 5-2 Zuiderpershuis, 6-2 Tropentheater)
De wildste fantasieën over oosterse muziek deden eeuwenlang de ronde, de wildheid van de muziek zélf viel achteraf wel mee. In de eerste aflevering van het nieuwe tweejaarlijkse festival The Wild Wild East, van 2 tot en met 6 februari in Nederland en België, ligt de nadruk op Korea, met uitstapjes naar Mongolië, China, Japan en Indonesië. Achter de oppeppende festivalnaam gaan trouwens ook weldadige stiltes en concentratie schuil, het festival maakt meteen korte metten met al te wilde indianenverhalen.
door Peter van Amstel
Hoera! Niet minder dan een wonder mag het heten dat oosterse topmuzikanten een heus tweejaarlijks festival in Utrecht, Amsterdam en Antwerpen krijgen toebedeeld, een even prijzenswaardige als dappere onderneming van gangmaker Rasa en de deelnemende podia Tropentheater, Bimhuis en Zuiderpershuis. Prijzenswaardig, want oosterse muziek is nog maar nauwelijks doorgedrongen in de westerse wereld. Dapper, want het aantal liefhebbers is niet heel groot, dus is de jacht op nieuwsgierige luisteraars geopend. Maar nieuwsgierigheid is een wonderlijk ding: hoeveel afwijkende trillingen kan een trommelvlies verdragen?
Oosterse muziek is in elk geval niet saai, zoveel maakt de naam van dit festival wel duidelijk. Maar hoe wild is eigenlijk die oosterling?
Korea, China, Japan, Siberië
Oude en nieuwe muziek in The Wild Wild East is geënt op de plaatselijke tradities, dus daar maar eens het oor te luisteren gelegd. Koreanen bewonderen zangers die bulderende watervallen overstemmen, en met uitbundige percussie onder leiding van een sjamaan begeleiden zij hun levensloop. Chinezen slaan bij poppen-, dans- en toneelvoorstellingen graag venijnig hard op gongetjes en trommels, en een schel en geknepen stemgeluid is in zwang bij bevolkingsgroepen van allerlei pluimage. Japanners pakken graag stevig uit in ensembles met forse trommels en allerhande percussie, en in Okinawa klinken klepperende castagnetten en oorverdovend vingerfluiten. Siberiërs blazen op knerpende klarinetten en tetterende trompetten, boventoonzangers doen vooral hun stembanden geweld aan.
Drie New Yorkers
De wildste combinatie in het Wild Wild East-programma is ongetwijfeld die van het Tori Ensemble van componiste en citerspeelster Heo Yoon-Jeong. Het ensemble herbergt drie New Yorkers onder wie rietblazer, fluitist en globetrotter Ned Rothenberg. Hij verdiende zijn sporen in de westerse avant-garde bij componist John Zorn, gitarist Marc Ribot en de Japanse componist-pianist Yuji Takahashi. Zes maanden woonde Rothenberg in Japan om de shakuhachi te leren bespelen, de kloeke bamboefluit die hijgt, puft en knalt, en die zenmonniken vroeger tevens diende als geducht slagwapen. In Korea deed Rothenberg ervaring op met zowel traditionalisten als experimenterende vrijbuiters; met bandleidster Yoon-Jeong zet hij nu de Koreaanse tradities op stelten.
Raspen en raggen
Ook lekker stevig klinkt sinawi, shamanistische improvisatiemuziek met opzwepend getrommel, in dit festival gespeeld door The Korea Sanjo Society. En het biwa-spel van Kumiko Shuto: zij vertelt en zingt verhalende liederen uit het oude Japan, zichzelf begeleidend op een weerbarstige luit. Om het geweld van veldslagen, onstuimige rivieren en dreigend noodweer te verklanken, raspt en ragt ze met een fors plectrum over kabeldikke snaren. De oosterling, kortom, weet muzikaal van wanten. Wie nieuwsgierig is naar het nodige spektakel, komt tijdens Wild Wild East geheid aan bod. Tot zover de extroverte oosterling.
Elegante pracht
Heo Yoon-Jeong, de Koreaanse van de experimentele muziek met de drie New Yorkers, opent Wild Wild East met helemaal niet wilde muziek: die voor de citer geomungo. Toegegeven, in alle Koreaanse muziek klinken stevige accenten, het is stekelige muziek met niet zelden een aanstekelijke swing in driekwartsmaat. Maar solo gespeeld, zoals vroeger in de keizerlijke hofmuziek sanjo, is het spel van de geomungo wel krachtig, maar ingetogen krachtig, gestuurd door bedachtzaamheid, met ingebouwde elegante pracht.
Koreanen hebben een onmiskenbare voorkeur voor droefheid en melancholie; die gevoelens gaan nu eenmaal het diepst. Aandoenlijke passages krijgen in liederen altijd veel nadruk. In de muziek vallen stiltes, dat geeft ruimte voor overpeinzingen, inkeer en verdriet. In Korea – zeggen ze – zingen de vogels niet, ze wenen.
Kruidige meerstemmigheid
In China hebben de vogels lang gezwegen – tijdens de culturele revolutie was het zingen en spelen van volks- en hofmuziek verboden. Kamermuziek, gespeeld op de citer qin, ingetogen klanken waarin dezelfde stille kracht besloten ligt die de Koreanen zo koesteren, komt nu weer in de belangstelling. Japan koestert een weelde aan elegante oude ensemble- en orkestmuziek. Dat alles komt ongetwijfeld in volgende afleveringen van Wild Wild East aan bod.
Het allerelegantst in de programmering van dit jaar is de muziek met dans van het hofmuziekensemble uit Seoul. Dit soort orkestmuziek, die in Korea aak heet, was in voorbije eeuwen de muzikale link op keizerlijk niveau tussen China, Korea en Japan. De rituele Confuciaanse orkestmuziek van de Chinezen was verwant aan de Koreaanse aak, de orkestmuziek bij Chinese banketten aan de Japanse gagaku. Citers, fluiten, riet- en percussie-instrumenten in deze ensembles zijn allemaal familie van elkaar. In deze muziek stuurt de ademhaling van de musici het ritme, de kruidige meerstemmigheid ervan is een balsem voor het oor, en de traag bewegende dansers in kleurige kostuums zijn een lust voor het oog.
Hier komt zelfs de allernieuwsgierigste luisteraar volop aan zijn trekken, want verbazing, bewondering en ongeloof zullen om de voorrang strijden. Verbazing misschien omdat aakmusici een beetje ongelijk spelen, omdat er stiltes vallen, omdat sommige instrumenten verrassend penetrant klinken. Bewondering voor het vakmanschap en de vindingrijkheid van de musici die ieder hun eigen variaties inbrengen. Ongeloof omdat er soms geen touw aan de structuur vast te knopen lijkt, terwijl toch alles precies op het juiste moment begint, beweegt en eindigt – gewoonlijk in een zucht.
The Wild Wild East, 2 t/m 6 februari 2011
In vier zalen, met in Utrecht, Amsterdam en Antwerpen vrijwel dezelfde programma's. Hieronder de highlights van de programmering per zaal weergegeven.
Rasa, Utrecht
2-2 Heo Yoon-Jeong, Tori Ensemble
3-2 Viering Chinees Nieuwjaar + Mind Your Step 'Lunar New Year Party'
4-2 Danza Indonesia
5-2 The Korea Sanjo Society, Wang Li, Stepanida Borisova
6-2 Kumiko Shuto, The Court Music Troupe of the National Gugak Center
Zuiderpershuis, Antwerpen
3-2 The Korea Sanjo Society, Wang Li, Stepanida Borisova
4-2 Kumiko Shuto, The Court Music Troupe of the National Gugak Center
5-2 Danza Indonesia
Tropentheater, Amsterdam
4-2 The Korea Sanjo Society, Wang Li, Stepanida Borisova
5-2 Kumiko Shuto, The Court Music Troupe of the National Gugak Center
6-2 Danza Indonesia
Bimhuis, Amsterdam
3-2 Heo Yoon-Jeong, Tori Ensemble
Klap op de vuurpijl
Viering van het Chinese nieuwe jaar, het jaar van het ijzeren konijn, op 3 februari in de Utrechtse Wijk C en in Rasa.
Lezingen
Nieuwsgierig maar toch een beetje drempelvrees? Korea-professor Boudewijn Walraven, componist-publicist Ha Ju-Yong en drummer-docent Kim Dong-Won geven vooraf tekst en uitleg, en er draaien documentaires. Een beetje voorbereiding maakt zelfs het weigerachtigste oor gewillig.
Verder in het festival
Virtuoze mondharpspeler uit China (Wang Li), moderne dans uit Indonesië (Danza Indonesia), zang van de Siberische toendra’s met improvisaties en elektronica, een kindervoorstelling, exposities, Koreaanse keuken, en documentaires.