En jawel: met een historische zege wint Calle 13 maar liefst 9 Latin Grammy's. Begin 2011 verscheen hun vierde studioplaat Que Entren Los Que Quieran met gastbijdragen van Seun Kuti, Susana Baca, Maria Rita en Totó La Momposina. We spraken de band over het album, dat muzikaal rijper is dan voorheen, maar even controversieel en hard. Calle 13 speelt 18 augustus 2012 in Amsterdam, en 19 augustus in Deurne.
door Elda Dorren
‘Dit is het moment van de onafhankelijke muziek. Mijn label is niet Sony, mijn label is mijn publiek’, rapt René Pérez Joglar in Calma Pueblo, een van de songs op het nieuwe album van Calle 13. In een online guerrilla verspreidde het nummer zich deze zomer op het web. ‘Ik infiltreer in het systeem en verwoest het van binnenuit; net als bij Aikido gebruik ik de kracht van m'n vijand om te winnen.’ Met tien Latin Grammy’s, twee reguliere Grammy’s en tal van andere prijzen op zak, lijkt dat aardig te lukken.
De veelbesproken Puerto Ricaanse groep, met Pérez (oftewel Residente) als boegbeeld en tekstschrijver, en zijn halfbroer Eduardo Cabra Martínez (Visitante) als muzikaal brein, komt eind november met Entren los Que Quieran (Iedereen mag binnenkomen). Druppelsgewijs kwamen de nieuwe nummers beschikbaar, na Calma Pueblo in augustus (wat zoiets als ‘rustig maar, volk’ betekent), kwam de ruige merengue Vamo’ A Portarnos Mal (We gaan ons misdragen) in oktober.
De clip van het eerste nummer, met veel rockgitaren en geweld, werd veelvuldig gecensureerd vanwege de rondrennende naakte mensen en de explosieven op het lichaam van de frontman. De song eindigt met een ontlading in de vorm van een schreeuw, een symbool van onvrede. Met hun eenvoudige, subversieve teksten en hun urbane mestizohiphopbeats bereiken ze inmiddels een miljoenenpubliek.
Voor de nieuwe plaat heeft de groep, die eerder al samenwerkte met Café Tacvba, Rubén Blades en Gustavo Santaolalla, een reeks topcollaboraties geregeld, waaronder Omar González-López van The Mars Volta, de Nigeriaanse afrobeatster Seun Kuti, en zangeressen van Totó La Momposina (Colombia) Susana Baca (Peru) en Maria Rita (Brazilië).
Wat is Que Entren los Que Quieran voor album geworden?
Visitante: ‘Een verdomd lastig album, om eerlijk te zijn. Het was een hele bevalling; we hebben er lang over gedaan, en het is veel complexer dan de vorige albums, met meer lagen. Ons geluid is heel erg gegroeid vanaf onze eerste plaat.’ Residente vult aan: ‘Het is een cd met veel diversiteit; er is merengue-ska, veel elektrische gitaren, maar er zijn ook gewoon ‘mooie liedjes’. Dat is nieuw voor ons. Het is een serieuzer, rijper geluid.’
De muziekpers deed jullie in het begin af als de gemiddelde reggaetongroep, maar nu lijkt ze steeds meer geïnteresseerd in jullie werk. Hebben jullie je sound zo verbreed, of staat men er nu meer voor open?
Visitante: ‘Allebei, denk ik. We hebben altijd veel folklore gebruikt uit onze omgeving, zoals Colombia, Mexico, het Caribisch gebied, maar ook uit de Balkan. We zijn altijd een multigenre geweest. Maar de laatste tijd zijn we wel steeds meer 'world music' geworden. Tegelijkertijd begrijpen de mensen ons nu ook beter. Grappig genoeg juist op een moment dat de smaak van de mensen ons eigenlijk niet meer echt kan schelen.’
Toch ligt de focus erg op Latijns-Amerika. Ook qua collaboraties en thema’s.
Residente: ‘Het grappige is dat mensen ons vaak vragen hoe het is om in Latijns-Amerika te leven. Maar voor ons gevoel wonen we daar helemaal niet. Puerto Rico is een kolonie van de Verenigde Staten. Het lijkt alsof de mensen op het eiland bijna meer geïnteresseerd zijn in wat er in de VS gebeurt dan in Zuid-Amerika.
‘Maar wij hebben veel gereisd door het continent, en daardoor hebben we teksten over het geweld in bijvoorbeeld Mexico en Brazilië. Er is een nummer dat het traject van een kogel aflegt vanaf het moment dat de lont wordt aangestoken en hij het kanon verlaat tot het effect dat hij genereert. Maar we zien niet alleen ellende, we zien ook veel kracht. Armoede leidt tot inventiviteit. Daarom zingen we over ‘een land zonder benen, maar dat toch loopt’.’
Jullie maakten ook de documentaire Sin Mapa, een reis door Latijns-Amerika waarin jullie ingaan op de dagelijkse problemen en culturele aspecten van inheemse gemeenschappen. En wat was die actie laatst in Miami?
Residente: ‘Toen we in Miami waren om op te nemen, zagen we op weg van het hotel naar de studio honderden mensen op straat slapen. Niemand weet dat; het komt niet op de Amerikaanse televisie. Het is schandalig, zeker omdat er in die stad ook ontzettend veel gebouwen leegstaan. Wij hebben toen dekens en kussens gekocht en zijn ze gaan verdelen onder de daklozen op straat. Dat is het minste wat we konden doen. Als iedereen zoiets doet, kunnen we de wereld een beetje mooier maken.’
Kan jullie muziek daar ook iets aan doen?
Residente: ‘Muziek informeert, beweegt, maakt bewust. Net als kranten en boeken zouden moeten doen. Wij zeggen wat er gezegd moet worden. De media doen het in elk geval niet. Maar we schrijven geen pamfletten, geen manifest, en ook geen geschiedenisles. Het moet wel entertainment blijven. We beelden ons niets in, we zijn geen profeten. Ik spreek mezelf vaak tegen, ben ook wel eens hypocriet. Ik leer gaandeweg, we zijn menselijk.’
René, je hebt kritieken geschreven tegen de gouverneur van Puerto Rico, tegen Het Witte Huis, tegen multinationals. Toch zing je in Calma Pueblo: ‘Degenen die naar me wijzen met hun vinger, vrezen mij, omdat ik niet bang ben.’ Is dat zo?
Residente: ‘Ik ben meerdere malen met de dood bedreigd om mijn teksten. Ik krijg teksten gemaild als ‘je haalt de zomer niet’. Natuurlijk was ik eerst bang. Maar toen er drie zomers voorbijgingen, was dat wel over.’ Hij lacht. ‘Ik blijf sowieso zeggen wat ik denk, zonder angst. Iemand moet het doen.’
Jullie zijn ook bevriend met een dagbladjournalist die in zijn columns jullie mening verwoordt. Wat voelen jullie je meer, muzikanten of stedelijke poëten die de stem van de onderdrukte behartigen in het publieke discours?
Residente: ‘Ik voel me helemaal niets. De dichter die zegt dat hij een dichter is, is geen dichter. We hebben gewoon geluk dat mijn broer mooie liedjes schrijft, en ik goed kan rijmen, en dat we mogen vertellen wat we om ons heen zien. Het is een ambacht. Zoals een bouwvakker een huis bouwt, bouwen wij onze nummers.’
Klopt het dat jullie voor dit album ook samengewerkt hebben met fans?
Residente: ‘Ja, in het nummer El Hormiguero wilde ik samenwerken met ons publiek. Ik heb via Twitter bijdragen van fans gevraagd. Ik stelde vragen, en zij antwoordden, en zo ontwikkelde het idee zich. We hebben zinnen opgenomen in veel verschillende talen, tot Chinees en Catalaans aan toe. Ik verbond mijn telefoon aan de spelcomputer en we namen live op.’
Beluister het hele album Entren los Que Quieran via de playlist op ons Spotify-kanaal.
Bekijk het YouTube-kanaal van Calle 13, met onder meer videoclips van Entren los Que Quieran, Calma Pueblo, en Vamo’ A Portarnos Mal.
De website van Calle 13
De MySpace-pagina van Calle 13
Concerten 2012
18 augustus - Paradiso, Amsterdam
19 augustus - Openluchttheater Rivierenhof, Deurne