Van 23 tot en met 27 oktober 2024 vond in Manchester de 30ste editie van WOMEX plaats, de Worldwide Music Expo. Met dit artikel brengen we je op de hoogte van wat er allemaal op ons afkomt deze Womex, vanaf het beursterrein, maar vooral vanaf de podia waar de muziek wordt gepresenteerd. Lees de verslagen en bekijk de videofragmenten van de showcases.
Charlie Crooijmans en Erk Willemsen berichten vanaf de Womex in Manchester. Met verslagen, foto's en video's! De foto's zijn van Eric van Nieuwland, Yannis Psathas en Jacob Crawfurd.
Vijf dagen lang zwerven we overdag rond tussen de vele stands op de beurs en zien we een flink aantal 'daycases' en 'nightcases' van groepen en artiesten die zich willen presenteren aan podia, festivals, boekers, managers en pers, in de hoop zich voor komend jaar positief in de kijker te spelen. Wij als pers vormen ons natuurlijk een mening over heel veel van deze showcases. Hieronder ons relaas.
Elk jaar zijn er onder 'delegates' op Womex gespreksonderwerpen die steeds weer terugkomen. Is de locatie wel goed? Dit jaar Manchester is wellicht onhandig wegens Brexit (visumgedoe) en venues die wat ver van elkaar af liggen. Hebben de 'seven samourai', de jury die de showcases kiest, wel goed werk gedaan? Is de balans tussen alle vormen van 'global' music in orde? Te veel Nordic? Te weinig latin? Volgt Womex de trends voldoende? Horen en zien we muziek van hoge kwaliteit, of hebben we te maken met goedkoop effectbejag en publiekspleasers? Maar hey, wat is er mis met publiekspleasers? Publiek is nodig! Enfin, wij zijn gaan kijken en luisteren en vinden het het leukst om de krenten uit de pap te halen.
Opening
De openingsavond van Womex is altijd een wat onprettige mengeling van dankwoordjes aan gemeentes en sponsoren aan de ene kant en muziek uit de regio van de organisator aan de andere kant. Deze keer was het hipper en dynamischer dan ooit.
Het motto van dit jaar, 'Together in music; we welcome the world', werd kracht bijgezet door twee spoken-wordartiesten en een danser. Wat mij het meest is bijgebleven, is dat Manchester een echte muziekstad is: "We houden van muziek en verafschuwen racisme." Toen ik eerder die dag door de stad liep, zag ik zelf hoe multicultureel de stad is. Er schijnen hier maar liefst tweehonderd verschillende talen gesproken te worden.
Dirty Freud deed me denken aan muziek voor outcasts. Het is een elektronische liveband uit Engeland rondom Danni Skerritt, die swingend met zijn dreadlocks achter de dj-tafel stond, bijgestaan door een feeëriek geklede zangeres, een gitarist en een saxofonist.
Vulva Voce bestaat uit vier meiden die samen een strijkkwartet vormen en een mix van verschillende stijlen virtuoos spelen. In hun broekpakken zagen ze er kek uit. Ze speelden een folkachtig stuk en een stuk uit de renaissance, dat werd gecombineerd met een industrieel, pompend ritmisch gestrijk, waarbij ze ook dansten. Alles om het strijkkwartet jong en eigentijds te maken.
Heather Ferrier gaf een goed en WOMEX-waardig solo-optreden op haar accordeon. Misschien een geluk bij een ongeluk dat haar drummer en gitarist er niet bij konden zijn. Je kon duidelijk horen dat ze de grenzen van het folkgenre opzoekt. Ze eindigde met een klompendans op een paar prachtige schoenen.
Agbeko, een formatie van twaalf personen, geïnspireerd door afrobeat, had echt wel energieker mogen zijn. (CC)
Daycases Dag 1
Overdag kan je,om het grote netwerken in de beurshal even te kunnen afwisselen, de zogenaamde 'daycases' volgen. Op Dag 1 waren dat Aysanabee en Pelkkä Poutanen.
Aysanabee is een singer-songwriter uit Canada en behoort tot de Oji-Cree, een van de inheemse bevolkingsgroepen van het land. De laatste tijd is er duidelijk meer aandacht voor de oorspronkelijke volkeren in Canada, en het is fantastisch dat Aysanabee een aantal belangrijke prijzen heeft gewonnen. Hij heeft een unieke stem, maar zijn liedjes klinken qua melodie vrij gemiddeld. De verhalen achter zijn muziek, zijn persoonlijke verhalen, zijn daarentegen wel bijzonder. Vooral zijn bijna-doodervaringen zijn iets wat niet iedere Canadese burger heeft meegemaakt. Hij presenteerde zijn nieuwe album, waarvoor hij zijn gitarist Nicolas Tateisi heeft meegenomen. We zaten nu eigenlijk naar een halve rockband te kijken, waar ik niet van onder de indruk was. (CC)
Pelkkä Poutanen uit Finland bestaat uit zangeres, componist en kantele-speler Petra Poutanen en live-engineer Katri Antikainen. Petra is een bijzonder figuur. Alleen al de droogkomische manier waarop ze sprak over haar nieuwe werk, Sacred Blood Will Spill, viel op. "Het gaat vooral over de dood", zei ze, "en over hoe iets dat ooit als heilig werd gezien, door de tijd heen verandert." Ze gebruikt ook bijbelse teksten, doorspekt met vrouwenhaat. Misschien gebeuren er onheilspellende dingen wanneer je je met zulke onderwerpen bezighoudt, want de elektrische lijnen vielen uit. Het probleem werd gelukkig snel opgelost. Ze creëerde een gelaagd geluid met haar kantele, grommende keelzang en allerlei andere zangstemmen. In het tweede nummer viel weer alles plotseling uit, midden in het lied! De hele loop die ze had opgebouwd, verdween. Het publiek gaf haar morele steun, en gelukkig kon ze verder en ging ze vol goede moed door. Ondanks de tegenslagen was het een supergoed concert, apart en diepgaand. (CC)
Om een beeld te schetsen wat er na een beursdag gebeurt: uit eten (lees: meer netwerken) en dan van 21:00-01:30 uur vijftien showcases bezoeken (je redt er als het een beetje meezit een stuk of acht, negen, want de zalen liggen een flinke wandeling uit elkaar (de stappenteller stond op 15.000 na deze dag…).
Showcases Avond 1
Een korte impressie van de eerste avond levert vijf korte beschrijvingen op. De overige concerten die we bezochten waren eerlijk gezegd niet noemenswaardig. Maar lees vooral door, want straks bij de tweede avond wordt alles anders!
Barrut, een zevenkoppig, gemengd gezelschap van vocalisten en percussionisten uit de Occitaanse cultuur. Hag er indrukwekkend uit, maar bleek toch vrij saai.
Van Orchestra Baobab hebben we het staartje van hun concert nog meegepakt. In vergelijking met enkele jaren geleden zijn ze weer helemaal in vorm. Nieuw bloed heeft wonderen gedaan. Wat mij betreft mogen ze nog wel honderd jaar doorgaan. (CC)
Mitsune, een Duits-Japanse band uit Berlijn, mikt vooral op effectbejag met hun excentrieke outfits. De shamisen-speelsters waren allesbehalve virtuoos, maar ik vond ze toch leuk. Vooral hun nieuwste single, met zang, klonk goed. De solo van Petros Tzekos was hilarisch en deed denken aan het spel van Hermeto Pascoal, maar dan een stuk slordiger.
Kabaka Pyramid uit Jamaica is stevig geworteld in de reggaetraditie. Hij bracht een ode aan zijn voorgangers, en de reggae klonk vertrouwd, maar wel met een pittige rockgitaar. Zanger Keron Salmon betrok het publiek actief. Op het grote scherm op de achtergrond kwamen alle reggaesymbolen voorbij – af en toe heerlijk kitsch.
Sarab, een Syrisch-Franse band, was wel degelijk een verrassend hoogtepunt op de eerste avond. Ze speelden al eerder op Music Meeting, maar nu kwamen de kracht van de muziek en het talent echt goed tot hun recht. Slimme progmetal met zachte passages en geweldige zang van Climene Zarkan – alles paste mooi bij elkaar. Check de video! (CC)
Daycases Dag 2
De Madalitso Band had een showcase in 2020, tijdens de lockdown, en nu kunnen we ze eindelijk live zien. Ze zijn inmiddels flink aan het touren – en dan te bedenken dat Yobu Malinga en Yosefe Kalekeni ooit als straatmuzikanten begonnen. Volgens mij zijn ze weinig veranderd, want hun sound is nog steeds ongepolijst. De babatone is een attractie op zich: een uit de kluiten gewassen snaarinstrument met één snaar, die Yobu als een ritmische slidegitaar bespeelt. Yosefe speelt op een krakkemikkige gitaar en slaat de trom met zijn voet. Hun stemmen zijn krachtig en helder. Hoewel hun nummers wat repetitief zijn, zijn ze heerlijk om op te dansen. (CC)
De vrouwenzanggroep uit Georgië, het Pankisi Ensemble, had ik al eerder gezien tijdens Le Guess Who in Utrecht. Hun repertoire bestaat uit liederen van de Tsjetsjenen in Georgië en Georgische volksliederen. Etnomusicoloog en artistiek leider Bela Mutoshvili speelt accordeon. Destijds vond ik de liederen weinig variëren – nu viel het me ook op hoe somber en formeel ze overkomen. Een universele frase als 'lai di da' zou toch wat vrolijker mogen klinken. Toch hebben de liederen ook iets troostrijks – als wiegeliedjes, heerlijk om bij weg te dromen.
Video! (CC)
Showcases Avond 2
Was de eerste avond wat ons betreft als een nachtkaars uitgegaan, de tweede avond begon met twee concerten die in één keer alles goed maakte.
De eerste verrassing was de Welshe Cerys Hafana op tripelharp. In de prachtige oude Albert Hall begon ze met een lied in het Welsh, wat natuurlijk onverstaanbaar is voor ons. Gelukkig gaf ze ons wat meer context. Zo ging een van de liederen over Jezus die voetbalde en mensen doodde? Weird stuff. Het laat wel zien dat ze echt leuke, bizarre folkteksten heeft ontdekt in een online bibliotheek. Haar muziek past daar perfect bij: een beetje dark en undergroundachtig. Ze speelde ook elektrische gitaar over een tape, wat me niet stoorde. Het is weer eens iets anders dan het ter plekke opbouwen van een loop. (CC)
Bij de eerste twee nummers van Les Mamans du Congo x Rrobin dacht ik te maken te hebben met een goedkope musical waarin het dagelijks Afrikaanse leven werd uitgebeeld alsof het een toeristische attractie was, maar gaandeweg het optreden daagde het me dat het hier toch een heel bijzonder hedendaags muziektheater betrof, een heus feest van zang en dans met frisse composities, waarbij dj en bandleider Rrobin ongetwijfeld een grote rol heeft gespeeld. Zijn backingtracks (ja, een koor zou fijner zijn geweest, maar we moesten het doen met twee half playbackende backingvocalisten – een geldkwestie natuurlijk) waren mesmerizing, keihard groovend, en zeker hedendaagse en origineel. Leadzangeres Gladys Samba is een krachtig performer, die bovendien van begin tot eind de van seconde tot seconde doorgeregisseerde show tot in de puntjes beheerste. (EW)
Direct aansluitend was het Votia dat ons van de sokken blies. Ik heb nog nooit zo’n krachtige Maloya-band uit La Réunion gezien. Votia is een familieband: het podium stond vol en Maloya stroomt zichtbaar door hun aderen. Op een constant hoog energielevel houden ze de drive erin. Af en toe is er een stil, spiritueel moment waarop alleen de fluit klinkt, waarna het percussiegeweld weer losbarst. Frontvrouw Marie-Claude Philéas Lambert, de dochter van Gramoun Lélé, een van de grote meesters van de Maloya-heropleving na de poging van de Franse autoriteiten om de muziek in de jaren zeventig te verbieden, is een en al energie met haar zang en dans. Echt een topact! (CC)
Bij het concert van Ensemble Chakâm heb ik genoten van het verfijnde spel tussen Sogol Seyedmirzaei op de Iraanse tar, de Palestijnse Christine Zayed op de kanun en de Franse Marie-Suzanne de Loye op de viola da gamba. Het is een bijzondere combinatie van instrumenten uit de Iraanse, Arabische klassieke, en barokmuziek die prachtig bij elkaar klinken. Ze spelen voornamelijk instrumentaal, maar de stukken hebben een context waardoor ze prachtige, op zichzelf staande miniatuurtjes vormen. De verhalen erachter gaan bijvoorbeeld over een kameel die stronteigenwijs is, of een blozende vrouw die niet uit schaamte rood wordt, maar uit woede. Deze verhalen voegen een speels en ontroerend laagje toe aan hun muziek, die net zo verfijnd en veelzijdig is als de instrumenten die ze bespelen. (CC)
En toen was het tijd voor het hoogtepunt van de avond, voor mij althans. Het album van het Balimaya Project had zich vorig jaar al in mijn hoofd genesteld, maar alleen al de aanblik van de dertien muzikanten, opeengepakt op het nauwe podium van de Albert Hall, verhoogde de verwachting nog. Bandleider en djembéspeler Yahael Camara Onono is de charismatische bandleider die zijn muzikanten magnifiek bespeelde, met zijn waanzinnige djembéroffels (in jaren niet meer zulk geweldig djembéspel gehoord!) de muziek in één keer naar grote hoogte tilde, maar steeds weer met gebaren de rust in de het geheel wist te krijgen. Een onvoorstelbaar dynamisch concert dat alles in zich had, van hedendaagse Alfa Mist-achtige feels, tot authentiek West-Afrikaans percussiegeweld. (EW)
De afsluiter voor ons was Erol Josué. Het concert roept uiteenlopende reacties op. Vertegenwoordigt hij zijn Haïtiaanse cultuur, of gebruikt hij elementen uit de voodoo voor zijn zelfexpressie? Persoonlijk neig ik vooral naar het laatste. Alles wat we horen en zien staat in dienst van Erol Josué: zijn voodoopriestergewaad dat hij laag voor laag uittrekt, het spuiten van parfum, het spugen van rum en het bezweren van de muzikanten. Helaas staat ook de muziek volledig in het teken van deze frontman, wat zonde is, want muzikaal gezien is het vrij eentonig. Alleen Jimmy Kerby Toussaint voegt met zijn progressieve gitaarspel een bijzondere laag toe. De 'stille' passages waarin Erol emotioneel zingt duren ook vrij lang, vooral als je de tekst niet meekrijgt. Voor het publiek maken zijn expressieve dansbewegingen en zogenaamde voodooacties het misschien juist spannend. (CC)
Daycases Dag 3
De Duits-Oekraïense Ganna weet Oekraïense volksliedjes op een creatieve manier te verwerken op haar met plastic bloemen versierde synths en loopstation. Kundig weet ze meerstemmige liederen op te bouwen en ze heeft een goede stem, maar door de loungy clubritmes haakte ik af.
De Zuid-Koreaanse act Maegandang speelde gecomponeerde muziek op traditionele instrumenten als de haegeum, gayageum en geomungo. De uitvoering kwam echter stijf en onnatuurlijk over. Een deel van de composities ging over het sterven en wat daarna komt, wat volgens hen leuk zou moeten zijn, maar werd gespeeld in een grafstemming. De uniforme, witte outfits en de emotieloze, korte uitleg tussendoor maakten het niet bepaald vrolijker. Muzikaal gezien stond het ver af van de optredens van virtuoze, percussieve avant-garde groepen die ik eerder heb gezien. Maegandang klonk niet alleen stijf, maar er waren ook musicalachtige melodietjes in verweven. Ze zouden zich wat meer moeten ontspannen. Oordeel zelf aan de hand van dit videofragment. (CC)
Showcases Avond 3
Opvallend aan de derde avond was dat gitaristen de show stalen. We zagen de virtuoze fingerpicker Gwenifer Raymond, de Palestijnse Rasha Nahas, De Engelse rot in het vak Justin Adams en de Nigeriaanse Adédéjì. Naast nog vele anderen, natuurlijk!
Zelden zie je een artiest die zo in zichzelf gekeerd is en toch het publiek volledig gefascineerd kan houden. Het fingerpicking gitaarspel van Gwenifer Raymond was enerverend van begin tot eind. Haar uitgesponnen composities in open tunings zaten vol dynamiek, vastberadenheid en een absurde virtuositeit. Direct na een stuk zei ze heel snel 'thank you', waarna ze zo snel mogelijk haar akoestische Waterloo-gitaar van een nieuwe stemming voorzag, even zuchtte, en weer doorging, wegdrijvend in haar eigen spel. Heel bijzonder. (EW)
Een groter contrast dan tussen Gwenifer Raymond en de Nigeriaanse gitarist en bandleider Adédéjì kan ik niet bedenken. Adédéjì leidt een geweldige ploeg muzikanten, waarin bassist en drummer excelleren in keiharde funky grooves. Zijn muziek put uit de tradities van Fela Kuti en James Brown, misschien wel de funkieste afrobeat die we ooit gehoord hebben, en dat komt zeker ook door het groovy gitaarspel van Adédéjì zelf, dat misschien nog het meest aan dat van Prince doet denken. (EW)
Van weer `van een heel andere orde is het gitaarspel van de Palestijnse zangeres Rasha Nahas. In haar trio met verder louter bas en drums weet ze enorm knap een harmonische en melodische basis neer te leggen met vernuftige fingerpicking die zowel voor harmonie als melodie zorgen en van zoet naar keihard gaat. Het optreden is hard. Niet hard van volume, maar van emotie, ingegeven door de huidige genocide in Gaza. Zijzelf is zeven jaar geleden Jeruzalem ontvlucht en woont sindsdien in Berlijn. Alle pijn en frustratie legt ze in haar muziek. (EW)
Sahra Halgan staat bekend om haar inzet voor de onafhankelijkheid van Somaliland. Haar karakteristieke stem, met een geitenachtig vibrato, sloot naadloos aan bij het vintage keyboard van Régis Monte, de fuzzy gitaar van Maël Saletes en de drums van Aymeric Krol. De sfeer was aanstekelijk, en het plezier onder de muzikanten was voelbaar. Het publiek danste vol overgave op de Tuareg-rock, Oost-Afrikaanse ritmes en de space-achtige geluidjes van de keys. Sahra’s podiumpresentie is krachtig en tegelijk buitengewoon charmant. Een topshow! (CC)
Het concert van Jonathan Ferr was een aanfluiting. Op de achtergrond werden voortdurend zijn promotiebeelden en naam vertoond, wat afleidde. De jazzstijl deed sterk denken aan Herbie Hancock’s benadering, maar het miste de nodige nuance. Jonathan zong door een draagbare vocoder, wat opzettelijk artificiëel klinkt, maar ik kreeg de indruk dat het vooral diende om zijn echte stem te verhullen. Ook zijn pianospel wist niet echt te boeien. Was er dan niets positiefs? De altsaxofonist en bassist gaven gelukkig sterke optredens. Voor Jonathan was het een meevaller dat de zaal vol Brazilianen zat die er een feestje van maakten. (CC)
Het Belgische Ão houdt moeilijk de aandacht vast. De zang van Brenda Corbijn is prima, de muzikanten zijn adequaat, maar hier breekt het tijdstip op. Het is laat op de derde avond en we hebben al een stortvloed aan muziek over ons heen gekregen. De breekbare composities, bekend van hun mooie album Ao Mar, komen live minder boeiend over. (EW)
Zelfs Buzz’ Ayaz krijgt met die aandachtsspanne te maken. Dit is de gevierde formatie uit Cyprus die met de complexe muziek van hun gelijknamige debuutalbum hoog in alle world music charts staan. "Niet weggaan", roept gitarist-zanger Antonis Antoniou nog, als na het vierde nummer een deel van het publiek zich naar een volgend concert rept. Overigens maken ze hun kersverse reputatie wel degelijk waar en stromen de psychedelische klanken, met die bijzondere bezetting met versynthetiserende basklarinet de zaal in. (EW)
Het is heerlijk om naar Justin Adams te kijken. Hij straalt zo veel plezier uit, en zo veel respect naar Mauro Durante met wie hij sinds 2001 een duo vormt en onlangs een tweede album uitbracht, Sweet Release. Het is een apart duo: gitarist Justin Adams, afkomstig uit punk en rock, maar die al heel wat samenwerkingsprojecten deed met vooral Afrikaanse artiesten, en Mauro Durante, de charismatische leider van Canzoniere Grecanico Salentino, de meesters van de pizzica taranta stijl uit Zuid-Italië. De laatste zingt hemels, speelt in diverse nummers geweldige vioolpartijen en zorgt voor de beat met zijn groovy spel op framedrums. Adams staat daar steeds glunderend naast en speelt de akkoorden en melodieën, soms puttend uit die taranta, soms uit Midden-Oostelijke melodieën of Afrikaanse riffs. Een heel aparte combinatie dus, maar die werkt als een trein. Ontwapenend is ook het dankwoord van Adams aan het publiek: "Jullie hebben drie dagen genetwerkt en een enorme hoeveelheid mooie muziek over je uitgestrooid gekregen en toch zijn jullie hier. Respect!" En ook reflecteert hij op zichzelf: "Ik heb honderden keren de wereld over gereisd, en dan denk je wel eens dat je er maar eens mee moet ophouden, als je weer eens vastzit op een vliegveld, je apparatuur er niet is als je aankomt of je je geld niet krijgt. Maar als je dan eenmaal muziek aan het maken bent, besef je dat er niets is dat mooier is dan dat." En zo is het. (EW)
Dag 4: de awards
Op de vierde dag is het tijd voor de awarduitreiking. De WOMEX 24 Professional Excellence Award ging naar In Place of War, een organisatie die zich al twintig jaar middels kunst – met muziek als een rijk en dynamisch onderdeel – inzet om blijvend verschil te maken voor mensen en gemeenschappen die getroffen zijn door oorlog over de hele wereld.
Hermeto Pascoal ontving de WOMEX 24 Artist Award. Helaas kon hij door zijn fragiele gezondheid en hoge leeftijd (88) niet bij de uitreiking zijn. Hij sprak zijn dank uit via een videoboodschap, waarin hij ook, heel typerend voor hem, hummend in een glas water blies. Hij benadrukte dat zijn muziek 'música universal' is. Zijn band, The Mothership, speelde zijn werk en deed dat op een fantastische manier, wat veel losmaakte bij het publiek. De virtuositeit en alertheid van de muzikanten waren duizelingwekkend. Bekende nummers kwamen voorbij, en ook de kenmerkende speelgoedvarkens maakten deel uit van het repertoire. Het emotioneerde me om zo'n geweldige band te zien – misschien wel de beste van het hele showcasefestival. (CC)
Toetje: 30 jaar Womex in vogelvlucht!