In het Bimhuis vonden op zaterdagavond twee concerten plaats op het snijvlak tussen Oost en West, elk vanuit een eigen visie, wat interessante contrasten opleverde. Contrabassist Tony Overwater presenteerde een ‘special edition’ van zijn langlopende project Spirits en het kwartet Dareyn hield de eerste cd ten doop.
door Ton Maas (tekst en foto’s)
Emine Bostancı, bespeelster van de Turkse kemenche (knievedel), en celliste Maya Fridman vormen al enkele jaren de vaste kern van Dareyn. Die naam staat voor ‘twee werelden’, maar in plaats van een ontmoeting wordt in de composities die ze voor hun groep schreven overduidelijk gestreefd naar synthese. In pianist Franz von Chossy en percussionist Vinsent Planjer – beiden veteranen in muzikaal grensverkeer – vinden ze daarin bekwame medespelers. Vooral Von Chossy geeft spannend melodisch en harmonisch weerwerk aan de lyriek van de twee strijkers, die ook met regelmaat hun stemmen als instrument laten klinken.
Ingebakken weemoed
Fridmans cello en Bostancı’s kemenche belichamen heel verschillende cultureel bepaalde klankidealen. Terwijl de cello ondanks zijn warme klank een zekere mate van emotionele neutraliteit bezit, lijkt in de licht jammerende toon van de kemenche de weemoed bijna ingebakken. In het samenspel wordt dankbaar gebruik gemaakt van die accentverschillen. Hoewel het Oosten zeker doorklinkt in de composities van met name Bostancı, laat de muziek zich in geografisch opzicht nergens vastpinnen. De toon is zoals gezegd vooral lyrisch en melodieus en ligt ook voor ongeoefende oren makkelijk in het gehoor. Het klankbeeld is ook aangenaam dynamisch, waarbij Planjer het volume soms flink laat aanzwellen. Buitengewoon fraai was de grillige pianosolo die Von Chossy tegen het einde van het concert ten beste gaf.
Vederlicht en kristalhelder
Bij het tweede concert, dat van Tony Overwater’s Spirit, was juist de klassieke Arabische muziek het overduidelijke vertrekpunt voor de muzikale omzwervingen. Met vederlicht en kristalhelder ensemblespel voorzien Overwater, (bas)klarinettist Maarten Ornstein, ûdspeler Nizar Rohana en percussionist Ruven Tuppik de bedwelmend mooie zang van Rima Khcheich uit Beiroet van voor de Arabische muziek hoogst ongebruikelijk melodisch en harmonisch tegenspel. In een spannend duet met Khcheich gaat Ornstein nog een stapje verder en dwarsboomt iedere poging van zijn gehoor om nog iets van een melodie te ontwaren.
De eerste liefde
Percussionist Ruppik, net als Overwater en Ornstein gepokt en gemazeld in de oosterse muziek, stal vervolgens de show met een onnavolgbare solo op de riqq, de kleine oriëntaalse raamtrommel met de schelletjes. Alleen al om die laatste tijdens de aanslag stil te houden, is zonder meer een kunststukje. Maar het absolute hoogtepunt – niet alleen van dit concert maar van de avond als geheel – was toch een zinderend duet van Khcheich met Overwater. ‘We herinneren ons allemaal nog onze eerste liefde’, zo vertelde Khcheich vooraf. ‘En zo voelt de samenwerking met Tony voor mij, als een eerste liefde. En het lied dat we nu gaan uitvoeren, was ook het allereerste stuk dat we ooit samen speelden.’ Tijdens het lang uitgesponnen intro van Overwater was de diep doorvoelde emotionele lading achter die woorden al af te lezen van het gezicht van de geconcentreerd luisterende Khcheich. En toen moest ze haar mond nog open doen...