What’s in a name? Meer dan je soms zou denken. Sprookjesschrijver Hans Christiaan Andersen maakte er wereldliteratuur van. Want wat was het lelijke eendje anders dan een mooie jonge zwaan? Het Amsterdam Roots Festival lanceerde in het Oosterpark zijn eerste ‘circuseditie’, althans zo klonk het uit de mond van de enthousiaste spreekstalmeesteres die gistermiddag in de blauwe circustent de eerste voorstelling aankondigde. Blijkbaar was er vooraf een interview met de artiesten beloofd, want de aankondiging werd vervolgd met de mededeling dat daar misschien later nog tijd voor zou zijn. De toelichting beperkte zich verder tot een vlotte babbel over hoe de muzikanten en de circusartiesten elkaar gevonden hadden omdat de muziek van ensemble Lingua Franca ‘over gevoel gaat’. En daar konden de artiesten van TK Circus 'wel wat mee'.
De combinatie van de statige, dan weer zwierige en soms duizelingwekkende spel op snaren en vellen van het oosters getinte ensemble en de ‘dansante’ acrobatiek van het duo TK Circus bleek een gouden greep. De beheersing en de souplesse waarmee Kami-Lynne en later ook haar partner Tarek een onwaarschijnlijk sierlijk en lenig luchtballet in slow motion uitvoerden, als sensuele belichaming van de bij vlagen hemelse muziek, hadden een betoverend effect. Althans voor diegenen die de associatie met het circus van weleer uit hun hoofd konden zetten.
Het repertoire van Lingua Franca bestaat uit lange stukken met repetitieve patronen, die bij oppervlakkige beluistering niet meteen hun diepere schoonheid prijsgeven. Bovendien duurde het ruim een kwartier voordat acrobate/danseres Kami-Lynne voor het eerst haar opwachting maakte, met als gevolg dat de nodige ouders met teleurgesteld kroost het snel weer voor gezien hielden.
Wie bleef, werd voor zijn of haar geduld rijkelijk beloond, want zowel met als zonder acrobatische ‘ondersteuning’ was het genieten geblazen met Lingua Franca. Fraaie rollers uit de ûd van Giannis Koutis, vurige streken in het hoog uit de viool van Michalis Kouloumis, onderlangs aangewarmd door de tarhu (vedel) van Michalis Cholevas en van ritmisch fundament voorzien door percussionist Ruven Ruppik. Laatstgenoemde zette de zaak halverwege nog even fijn in vuur en vlam met een uitzinnige solo op de riqq (raamtrommel met schelletjes).
Effectief communiceren bleek ook later nog een uitdaging, want wat Cholevas beoogde met de aankondiging van de twee laatste stukken, werd door de meeste aanwezigen verstaan als slotwoord. Pas toen een hele meute de tent al verlaten had, sprong Tarek in allerijl het podium op om duidelijk te maken dat het nog niet afgelopen was. De meer dan sensuele pas-de-deux waarmee de voorstelling daarna werd afgerond, bleef door dat jammerlijke misverstand voorbehouden aan een klein maar select gezelschap, dat navenant op het gebodene reageerde met een donderend applaus.