In België mag accordeonist Tuur Florizoone dan een belangrijke speler zijn, in Nederland krijgen we hem niet heel vaak te zien. En als het al gebeurt, dan gaat het meestal om een samenwerkingsverband met een vaderlandse muzikant, zoals jaren geleden trompettist Eric Vloeimans. In 2020 begon Tuur weliswaar met de groep Tricycle aan een heuse jubileumtournee die het drietal zelfs naar Amsterdam zou brengen, maar het geplande optreden in de Roode Bioscoop werd uiteindelijk op de valreep gecanceled vanwege een lockdown.
Fijn dus dat vorige week in het Tilburgse jazzpodium Paradox een optreden plaatsvond van een bijzonder trio dat bij mijn weten nooit eerder in ons land te zien was: Tuur Florizoone op accordeon, Marine Horbaczewski op cello en Michel Massot op trombone, tuba en euphonium. Alleen al visueel was het optreden een lust voor het oog, omdat Massot regelmatig binnen één enkel nummer moest wisselen van instrument. Je had als toeschouwer echt met hem te doen als hij zo snel mogelijk het enorme euphonium opgetild en omgehangen diende te krijgen om op tijd te zijn voor zijn volgende partij.
Zoals spreekstalmeester Dré Sprangers bij aanvang van het concert memoreerde, is de legendarische filmmuziek van Nino Rota jammer genoeg al vele jaren niet meer te horen in Tilburg, aangezien er in filmhuis Cinecitta nog maar zelden klassiekers van Fellini worden vertoond. Je moet tegenwoordig naar het circus om nog zo’n typisch orkestje te kunnen horen. Dat Massot, Florizoone en Horbaczewski zich door dergelijke muziek hebben laten inspireren, blijkt al uit de titel van hun debuutalbum: Cinema Novo. Inmiddels heeft het trio een derde album uitgebracht, een wapenfeit dat met de huidige tournee wordt gevierd. De combinatie van accordeon met cello en afwisselend tuba, trombone en euphonium ligt ‘op papier’ misschien niet zo voor de hand, maar pakt in de praktijk wonderwel uit.
De muziek van het drietal is overwegend ingetogen en bespiegelend, maar soms ook fel en indringend. Voor een jazzmusicus als Massot is een repetitieve rol als knorrende ritmesectie uiteraard niet bepaald uitdagend, maar Dienstbaarheid staat bij hem hoog in het vaandel. Daardoor veer je als toeschouwer extra hoog overeind als hij soms een solo pakt en daarbij de harmonieleer tart. Vooral de tuba blijkt zich voor die exercities uitstekend te lenen. Florizoone trekt op zijn accordeon slechts een enkele keer alle registers open. Meestal laat hij slechts een enkele melodielijn uit de balg opstijgen, hoog boven de sonore klank van Horbaczewski’s cello. Spannend zijn de passages waarin herkenbare melodieën lijken op te lossen in bijna abstracte klanklandschappen waarin de drie muzikanten desondanks blindelings de weg lijken te weten. Geen idee waar je deze wonderlijke muziek zou moeten indelen. Maar wie zich met gesloten ogen overgeeft en zich laat meevoeren, zal dat verder ook een worst wezen.
Meer over Tuur Florizoone en zijn projecten vind je hier.
Klik hier om foto's van het concert te bekijken.