Wrasse/Universal
De Frans-Algerijnse zanger Rachid Taha (Oran, 1958) is een held in Frankrijk en de ganse Maghreb, maar behoeft in Nederland misschien nog enige uitleg. Als voorman van de Franse rockband Carte de Séjour was hij in de jaren tachtig een rebelse pionier van de rock ’n' raï. Solo scoorde hij over de hele wereld met de Algerijnse klassieker Ya Rayah van Abderrahmane Amrani (waarna Goran Bregovic en George Dalaras het nog eens dunnetjes overdeden) en ook zijn versie van Rock the Casbah van The Clash (Rock el Casbah) bleef niet onopgemerkt. Taha is veruit de meest rauwe en avontuurlijke raïster (naast mannen als Faudel en Khaled) en voelt zich net zo verwant met Iggy Pop en Brian Eno als met de Arabische klassiekers. Op dit twaalfde soloalbum, Bonjour, breekt hij met zijn huisproducer, de progrocker Steve Hillage, die hij inwisselde voor Gaëtan Roussel, de man achter veel Franstalig popsucces, zoals dat van Vanessa Paradis. Zegt deze keuze iets over het resultaat? Jazeker. Bonjour heeft precies dezelfde suikerspinnensmaak als de hoes waarop de (voormalige?) rock 'n’ roll-rebel als een soort charmezanger staat afgebeeld. Bonjour werd, met andere woorden, dus niet 's mans meest avontuurlijke plaatje. Maar het maakt van Bonjour ook geen onplezierige cd, integendeel. De tien songs, het merendeel in het Arabisch, vormen een lichtvoetige, melancholieke mix van pop, raï, chaabi, electro en chanson. Stuk voor stuk catchy, positieve songs die je steeds opnieuw wil horen, mits je in een extreem milde en vrolijke bui bent. Net als deze Taha, want van het boze enfant terrible is weinig tot niets over. Jammer dan. Want Bonjour is soms om mee te schreeuwen zo lekker. Dan maar – naast Renaud, Faudel en Vanessa Paradis – een Franse guilty pleasure erbij. Met de titeltrack als meest schuldige. (Dieter van den Bergh)
Rachid Taha speelt op 12 februari in de Ancienne Belgique in Brussel.
«« terug naar overzicht