Merusa Records
Na jaren in Amsterdam brengt de Chileense gitarist, fluitist en liedjesschrijver Marco Carrillo Coppia de eerste plaat van zijn band Mate uit. Samen met latinmuzikanten van hoog niveau als Marco Toro en Rudy Albano presenteert hij Diver-City (een duik in verscheidenheid): een melange van jazz, latin, flamenco, reggae, rock, funk, samba, Andes-klanken en hiphop. De plaat opent sterk met een flamenco-latinjazzstuk dat enigszins doet denken aan Camarón en Los Piratas del Flamenco, maar dan met een protesttekst kenmerkend voor de Zuid-Amerikaanse cono sur. Dan valt er een grimmige rap in en vanaf het tweede nummer is de teneur gezet voor de rest van de plaat, met veel funk, soul en een beetje drum ’n’ bass. Hier en daar hoor je een Chileense fluitmelodie, Brazilië wordt twee keer opgeroepen, en de sax speelt een belangrijke rol. Over het algemeen klinkt het allemaal erg retro (zo’n beetje van de jaren zeventig tot negentig) met een hint naar Engelse wereldmuziekpioniers zoals Transglobal Underground, op andere momenten wat meer jazzrockachtig, en dan weer met mellow rap in de sfeer van Guru’s Jazzmatazz. Ondanks dit onnavolgbare samenraapsel van stijlen zorgen onverwachte ritme- en sfeerwisselingen toch steeds voor interessante wendingen. (Elda Dorren)
«« terug naar overzicht