Homerecords / Music & Words
Toen violist Wouter Vandenabeele in 2007 het ingetogen Chansons Sans Paroles uitbracht, leek het wel een verstilde verzetsdaad tegen de toen heersende balfolkrage waarbij je als uitvoerend folkmuzikant niet veel om handen had als je niet iets dansbaars leverde. Indringende luisterliedjes waren het, maar dan zonder woorden. Na opvolger Chansons Our la Fin d’un Jour leek met Chansons Pour le Temps Qui Reste enkele jaren later het drieluik voltooid, maar na lang wachten verscheen toch nog een album in de reeks, dat hij dit keer maakte in samenwerking met zijn oude Ambrozijnmakker Tom Theuns. Wederom demonstreert Vandenabeele zijn gave voor wonderschone melodieën en opnieuw is de sfeer ingetogen, op het klassieke af. Met zijn eerste bijdrage als componist sluit Theuns zich aan bij de sfeer die Vandenabeelde dan al heeft neergezet. Impromptu d’un Presque Oiseau wordt behoedzaam op handen gedragen door gracieus getokkel op gitaar en kora (Bao Sissoko). Een titel als Le Flamand Brut suggereert misschien meer druk op de trommelvliezen, maar het blijft bij een hogere versnelling halverwege en wat dissonanten de melodie meer spankracht te geven. Ook Sissoko draagt als componist een uiterst gracieus en lyrisch stuk bij. Helemaal aan het eind gaat toch nog even de beuk erin, nadat we iemand in de studio hebben horen opmerken: ‘Okay, here we go!’ Ridées, een tweede stuk van Theuns, lijkt welhaast gekozen om te benadrukken dat het nu maar eens afgelopen moet zijn met al die oorstelende schoonheid. (Ton Maas)
«« terug naar overzicht