MuziekPublique
De dames van het Belgische Las Lloronas houden er blijkbaar van om verwarring te stichten. Zijn ze met z’n drieën, zoals de foto’s suggereren, of toch met z’n zessen, zoals in de liner notes te lezen valt? En dat hoesje met al die handen in een rijpe meoen: is dat om te watertanden of juist om van te gruwelen? Ook hun muziek heeft iets ongrijpbaars. Veel van de zelfgeschreven nummers zijn kunstige, collage-achtige knutselwerkjes vol onverwachte wendingen en zelfs stijlbreuken. Als het schilderijen waren, zou je van ‘gemengde technieken’ spreken. Dat klinkt misschien niet als een aanbeveling, maar het wordt hier zo virtuoos en muzikaal gedaan dat je alleen maar ademloos blijft luisteren, zeker als de zangeressen hun drie stemmen weer eens in perfecte formatie laten opstijgen om sierlijke capriolen uit te halen. De drie instrumentalisten (op contrabas, saxofoon en trompet) vullen het eigen spel van de dames op accordeon, ukelele, gitaar en klarinet waar nodig uiterst effectief aan. Speels is ook de omgang met taal. Frans, Spaans en Engels worden zonder pardon doorelkaar geregen en een enkele keer wordt er zelfs gezongen in het Arabisch en Hebreeuws. Ook hier overigens weer enige verwarring: in een zinnenprikkelend liedje over het huilen van andermans (van de man dus) tranen, zingen de dames: ‘Red my lips, I said imperatively, red my lips.’ Het lijkt een foutje, maar is het dat wel? De rest van de tekst verraadt immers een uitstekende beheersing van het Engels. Als muzikale kameleons verijdelen Las Lloronas elke poging van hokjesdenkers om hen vast te pinnen. Zo zit er dus weinig anders op dan gewoon maar genieten! (Ton Maas)
«« terug naar overzicht