Smithsonian Folkways - Music & Words
De Verenigde Staten hebben nogal wat bijzondere zangers voortgebracht. Een stem die ruim tien jaar geleden indruk op me maakte, was die van Charlie Parr. Hij klonk alsof hij uit de binnenlanden afkomstig was. Gruizige stem, gedreven zang. Soms slikte hij halve woorden in. En soms een tamelijk ruig gevoel voor humor, waarbij links en rechts wat lijken konden vallen. Daarin spaarde hij zichzelf geenszins. Zo liet hij zich in een mislukte overval overrijden door een trein die weigerde te remmen. Als wapen om zijn liederen te begeleiden hanteerde hij het zwaarste type gitaar, de National Steel - twaalf stalen snaren, gespannen over een metalen klankkast die ettelijke kilo’s weegt. Parr is overigens een stadsmens, met sympathieën aan de linkerzijde van het politieke spectrum. Hier hoor je niet zo veel van hem, spijtig genoeg. Onlangs kwam Last of the Better Days Ahead uit. Zoals de titel al aangeeft, kijkt hij eens achterom. Dat doet hij meest nadrukkelijk in Everyday Opus, dat hij heeft voorzien van een metalig zwevend intro dat hij uit zijn stalen gitaar plukt. Hij gaat er als het ware eens goed voor zitten, om een beeld te schetsen van een man in de ochtendschemering te voet op weg naar armetierig werk: het opruimen van kantoren voor de mensen komen. Eenzaam sleept hij zich van dag naar dag. Hij drinkt te veel bier en eet te veel chips, ’s avonds voor de tv tot hij in zijn stoel in slaap valt en zich in de vroege ochtend wazig naar zijn werk moet reppen. In Listening to Robert Johnson roept Parr de geest van deze bluespionier op. De rebellie van het vroegere werk heeft plaats gemaakt voor doorleefde gevoeligheid, maar zijn gitaarspel is en blijft vlekkeloos. Het is een stem uit de schaduw en schemering van het leven, een stem met een eigen oprechte en ontroerende schoonheid. (René van Peer)
«« terug naar overzicht