Dead Sea / Xango
Laten we er geen doekjes om winden, het is even wennen aan het album Naz van de Israëlisch-Iraanse zangeres Liraz Charhi. Haar zang en de melodieën zijn geworteld in de tradities van het land dat haar familie ontvluchtte na de machtsovername door de ayatollahs, eind jaren zeventig. Maar contacten met producer Rejoicer uit de elektronische dance-scene van Tel-Aviv hebben die melodieën doen voorzien van een eigentijdse omgeving. Instrumenten uit het Midden-Oosten staan naast keyboards, elektrische bas en trombone. Tezamen vormen ze een hybride met uiteenlopende kleuren die met elkaar wedijveren in schittering. Bij de eerste noten maakt de muziek, uit toetsenborden en drumcomputers, een kunstmatige indruk. Je waant je in een met tl-licht overgoten snackbar aan een formica tafeltje met Perzische tapijtpatronen. Al gauw echter krijgen de elektronische elementen meer diepgang, voegen viool en oosterse snaarinstrumenten zich bij een setting waarin de stem van Liraz kan flonkeren en meanderen. Het is een vruchtbaar en feestelijk samenzijn. Wendbaar, krachtig en dansbaar zingend boven het woelige weefsel van oost en west grijpt Liraz je oren bij de kladden. Het zou perfect geweest zijn als ze Nozi Nozi niet in- en uitgeleid had met een opzichtige, ondeugend bedoelde knipoog. Uiteindelijk doet ze in gezelschap van Rejoicer dan toch een geslaagde greep naar sublieme hoogten in de verstilde slottrack Taxim. Daarin verdwijnt ze na een peinzende solo op de Arabische luit als een reïncarnatie van Sheherazade achter fijne, gazen geluidssluiers. Op weg naar een staat waarin werkelijkheid oplost in fantasie. (René van Peer)
«« terug naar overzicht