Paker / Xango
In de hoestekst wordt de Bretonse gitarist Jacques Pellen vergeleken met John Abercrombie, maar zijn galmrijke klankwereld vertoont minstens zoveel gelijkenis met die van de ons veel te vroeg ontvallen Michael Hedges, een pionier die allerlei nieuwe speltechnieken ontwikkelde op de akoestische gitaar. Pellen combineert diens avonturiersgeest met het verfijnde vingerwerk van collega-tokkelaar Alex de Grassi, die net als Hedges zijn loopbaan begon bij het label Windham Hill. Net als zij speelt Pellen hoofdzakelijk eigen werk en ook daarin overstijgt hij het knutselniveau waaraan veel gitaristen uit de folkwereld zich bezondigen als ze aan het ‘componeren’ slaan. Net als je denkt dat hij bezig is je als luisteraar richting dromenland te wiegen, gooit hij midden in een stuk het roer om en dwingt je tot mentale inspanning om bij de les te blijven. Die moeite wordt regelmatig beloond met fraaie melodische en harmonische vondsten. Oorstrelend musiceren zonder behaagziek te worden, dat is bij deze Bretonse muzikant in vertrouwde handen. Ook een makkelijk in het gehoor liggende melodie als die van January Man, bekend van uitvoeringen door Martin Carthy en Bert Jansch, profiteert van een licht ontregelend arrangement. Eén waarschuwing moet ik hier wel geven, bestemd voor mensen op wie de snerpende pieptonen van vingerwisselingen over de stalen snaren hetzelfde effect hebben als het geluid van nagels over een schoolbord: vrijwel alle stukken worden erdoor 'ontsierd'. Maar voor de rest: warm aanbevolen! (Ton Maas)
«« terug naar overzicht