Media Nocte
Als je gezicht de cover van Songlines siert, mag je je als artiest gelukkig prijzen. Dat geldt ook voor zangeres Dobet Gnahoré uit Ivoorkust, die uitgebreid geportretteerd wordt in het augustusnummer van het Britse wereldmuziekblad. Aanleiding is de nieuwste, inmiddels vijfde cd van deze dochter van meesterpercussionist Boni Gnahoré. Op Miziki werkt Gnahore opnieuw samen met gitarist Colin Laroche de Féline. Ze schreef het merendeel van de songs en onderstreept haar veelzijdigheid met een grote variatie aan pan-Afrikaanse stijlen. Zo is de openingstrack Djoli een funky dansnummer, voert in La Clé de melancholie de boventoon en laat Afrika, geschreven door Josianne de Ridder, een zeer ingetogen, haast fluisterende Gnahoré horen. Het mooiste stuk is de gevoelige ballade Le Monde, waarin Colin schittert met subtiel gitaarspel. Vermeldenswaard is ook Lobé, waarin de heldin - een invalide dame - droomt van een prachtige toekomst. Het titel nummer Miziki - een ode aan het geluid van de drums - gaat na een lome opbouw over in een eruptie van energie. De meeste nummers worden gezongen in het Bété en handelen over uiteenlopende onderwerpen als pan-Afrikanisme, de positie van vrouwen en de jeugd. Energie en ritme voeren de boventoon op dit fraai geproduceerde album. Hoewel niet alle songs evenzeer beklijven, bewijst Gnahoré dat ze nog altijd behoort tot de smaakmakers van de Afrikaanse popmuziek.(Bas Springer)
«« terug naar overzicht